Michel Vanlint only uses
the perfect system : BRICON



All pigeon info
on the web



De Belgische Reisduif

 

Blog in het Nederlands

Blog en français Blog in English Blog in Deutsch
 

« keer terug naar de weblog

bericht gepost op donderdag 17 maart 2011

“Wie problemen heeft moet ze oplossen, het is de enige weg naar succes...”
 

De vliegduiven en de jonge duiven  zijn begin maart geënt.  Bij mij viel het op dat er toch enkele duiven waren die hier wat last van hadden. Hebt U dat ook opgemerkt? Gewoonlijk houden we pas geënte duiven een paar dagen binnen. Maar omdat het zo’n mooi weer was buiten, met volop zonneschijn, wou mijn vrouw dat ik het hok van de jonge duiven toch open zette en het jonge volkje gewoon in en uit liet lopen. Vermits ik dat vrij in en uit lopen niet graag zie besloot ik zelf maar om de jonge duiven buiten te sluiten. Terwijl ik de hokken aan het kuisen was verscheen mijn vrouw plots op het appel. In een oogopslag zag ze natuurlijk dat alle duiven buiten waren en de in-en uitgangen van de spoetnikken  afgesloten waren. Ik hoefde geen uitleg te geven. De manier waarop ze naar me keek sprak boekdelen, gelukkig dat haar ogen geen pistool waren want dan was ik er binst de korstte keer  wel geweest. Met starende ogen keek ik haar aan, vuilblik en krabber nog in mijn handen,toen ze zei : “Michel, kan je nu toch niet eenmaal naar me luisteren en doen wat ik je vraag?” Ik deed een stap in haar richting, ze bewoog niet en ik zei toen:”Kom aan schat, ik zal alles weer goed maken wijl ik blik en krabber in de vuilnisemmer liet vallen. Ik greep haar hand vast maar als van de bliksem geslagen rukte ze zich los en sprong de trap op en liep naar beneden wijl ze nog luidop riep:” als je dat denkt ben je deze keer toch wel aan het verkeerde adres.”  Door de zolder opening zag ik haar wegvluchten en wou nog iets zeggen…maar hield het voor bekeken. Vrouwen zijn nu eenmaal  geheel anders dan mannen. Ik weet niet hoe jullie hierover denken? Maar ik heb intussen wel ervaren dat om gelukkig te zijn  met een vrouw je wel echt veel  van haar moet houden en maar heel weinig van haar trachten te begrijpen. En vrouwen zien dat echter gans anders : zij zijn van mening dat je om gelukkig te zijn met een man je echt heel veel van hem moet begrijpen en slechts maar weinig van hem moet houden.

Onze jonge duiven zitten nu ook al weer verduisterd.  Zijn het reeds goed gewoon, want lang voor de klok van vier(16:00u.) zitten ze rustig te slapen in hun nestkastje. En luisteren doen ze ook al. Dit jaar zijn we opnieuw overgeschakeld naar het gebruik van een automatische Ding-Dong bel met een afstandsbediening. Binnen de twee drie dagen waren ze hieraan gewend en stormen naar binnen bij het horen van de bel…ze weten dat dit geluid hen aan tafel roept. Het systeem is praktischer en beter in het gebruik dan het gewone arbiters fluitje. Zo ervaren wij het althans. Nog iets waar je oog moet voor hebben. Wij geven ’s morgens veel verse grit(rood-en kalksteen) op de vloer in de gang op verschillende plaatsen. Als je goed uitkijkt en slechts eenmaal per dag voedert, merk je al vlug dat binnen een paar uur alle roodsteen is opgepikt. Roodsteen is natuurlijk goed. Maar bij een te hoge opname hiervan kan dit voor verstoring zorgen in de ingewanden. Want roodsteen absorbeert niet alleen de slechte bacteriën ook een gedeelte van de beschermende bacteriën worden opgeslorpt en  mee naar buiten gebracht.  Dit ten koste van de darmflora…ook al staat het vast dat onze duiven weinig darmflora hebben, toch moeten we een beetje oppassen hiermee. De grit aanlengen met witte kalksteen en oesterschelpen is een oplossing. Sommige fabrikanten van gritmengelingen voegen nog al rijkelijk wat anijs toe aan hun producten. Dat is dan de verklaring waarom duiven zo gretig naar die roodsteen gaan grijpen en het veelvuldig gaan oppikken. Opletten dus en bijsturen waar het kan en vooral de mest goed in het oog houden...

Het probleem van “SCHEEFVLIEGERS” nu… Mannen van de wetenschap zijn het kennelijk er nog niet over eens  wat  betreft het probleem van de scheefvliegers. Een in onze duivensport bekend wetenschapper zegt letterlijk  dat dit verschijnsel normaal geen gevolg kan zijn van een besmetting met Stafylokokken maar eerder een gevolg van slechte conditie en overtraining. Hij gaat zelfs nog een stap verder en haalt een voorbeeld aan van iemand die duiven koopt van een hok waar geregeld scheefvliegers opduiken. Hij vervolgt en schrijft dat de koper ervaren heeft dat sinds die aankoop  hij nu ook ieder jaar met scheefvliegers zit. Scheefvliegers zouden dus ook scheefvliegers kweken. Dit zou er op wijzen dat er erfelijkheid mee gemoeid is. En dit vinden we wel straf…Want over erfelijkheidsfactoren via het ei is er reeds heel wat geschreven. Nooit eerder heb ik gehoord dat scheefvliegers ook scheefvliegers voortbrengen. Hooguit kunnen we geloven dat de vatbaarheid , de neiging hier toe en de aanleg hiervoor erfelijk zou kunnen zijn. Het verhaal dat het scheefvliegen niet het gevolg kan zijn van een besmetting met Stafylokokken leidt deze wetenschapper af uit een eerder gedane vaststelling. Duiven besmet met deze Stafylokokken zijn eerder aan de magere kant en vooral lusteloos. Maar wie van ons laat het zo ver komen? Wat wij hiervan nu denken?...Scheefvliegers bij ons zijn ook duiven die hier in BLUE HEAVEN LOFT ieder jaar nagenoeg 10.000 Kilometers prijsvluchten in de vleugels hebben. Als we in het voorjaar deze duiven ongestoord laten vliegen, trainen ze alsof hun leven er van afhangt. En dan gebeurt er iets abnormaal.  Observeer je vliegduiven, want bij duiven die nog niet helemaal ingevlogen zijn kan het verschijnsel van scheefvliegen zich voordoen. Je ziet dat vlug als je er een oog voor hebt. Zulke duiven stormen niet meteen naar buiten met de andere duiven, ze zijn wat bevreesd  precies en wachten even af. Ze stormen pas naar buiten als ik met mijn stok in de deuropening verschijn. Op het hok kan je dat ook opmerken als ze van de vloer naar hun nestbak vliegen: een waggelende beweging gaat hieraan vooraf. Oppassen met zulke duiven is geboden. Alhoewel ik met mijn neus op de feiten ben gedrukt. Twee jaar terug hebben we twee duivinnen gehad, twee jaarse duiven. Het werden scheefvliegers maar het waren duiven met reeds een behoorlijk palmares achter hun naam. Toch trainden we hen mee met de rest van de ploeg  en dat ging goed zolang de vlaggen gehesen bleven. Maar eens de vlaggen naar beneden vielen ze als een steen naar onder om zich te gaan verschuilen onder de grote valplanken van de spoetnikken.  Ik ben ze blijven doorspelen, ondanks het geweeklaag van mijn vrouw. Zij wou deze duiven gewoon laten rusten en dus thuishouden. En echt, het was niet om aan te zien… Maar toch wonnen deze twee duivinnen geregeld nog hun prijzen. Niet zo dikwijls meer vooraan maar toch binnen de laatste 25% van de prijzen. Eén van hen, ik vergeet het nooit...ik korfde haar in als laatst getekende, met de gedachte in mijn hoofd dat ik haar misschien nooit meer terug  zou zien. Gekibbel met mijn vrouw voor de vlucht en nog meer na afloop… Montluçon Semi Nationaal stond op het programma, toch een wedstrijd van meer dan 500 Kilometers. Het was die dag mooi weer, de wind stond Zuid oost,en  normaal komt onze ligging er dan niet bij te pas. Maar ge houdt het nooit voor mogelijk…. onze  scheefvlieger wint toch wel de 2e prijs Nationaal…. Wat leert ons dat?...Bekwame scheefvliegers moet je niet met één gaan afschrijven. Ze vliegen het ganse traject alleen omdat ze na de lossing bij aanvang de massa van de duiven niet kunnen volgen. Maar eens onder stoom gekomen verdwijnt klaarblijkelijk dat gevoel van pijn in de gewrichten. Dat hebben we meermaals kunnen meemaken tijdens de lapvluchten op 40 tot 60 kilometers tijdens de week voorafgaand aan  een prijsvlucht. De tweede Nationaal winnen en de massa hebben moeten laten voorgaan bij het vertrek…daar stel je dan toch vragen  bij?  Waar heeft de massa dan wel overal gezeten…gaan we dat ooit weten?  We hebben er alleen het gissen naar... Bij duiven die de dag na de vlucht nog amper in hun nestbak kunnen vliegen is er een ander probleem. Ze zitten opgeschept met een verzuring in de spieren en hun spankracht is aangetast als dat van een elastiek die je de eerste keer volledig opentrekt. Ook deze komt niet meer terug tot zijn normale span-en oorspronkelijke veerkracht. Duiven die dat mee gemaakt hebben komen nooit nog goed. En duiven die een paar maal de pijngrens van de spieren hebben moeten verleggen , kunnen scheefvliegers worden alhoewel we het ieder jaar opnieuw meemaken dat verschillende duiven pas goed beginnen te presteren als ze eenmaal die pijngrens hebben weten te overbruggen. Een duif die te laat komt en er drie of vier uur of meer over doet om van een vlucht thuis te geraken, verkeert  in zo’n geval... Let er maar eens goed op... eens terug gerecupereerd is ze niet meer weg te slaan bij de kopduiven op je hok...

    

Dat is het voor vandaag... begin april zijn we er weer en hopelijk dan ook met beter weer. We zullen het dan hebben over witte handschoenen, natte zweethanden, herkenningspunten en last but not least over : wat goed is voor vrouwen is slecht voor mannen. Tot zolang.

THE LOST SON

stuur uw reactie

« keer terug naar de weblog

 


© 2004 Michel Vanlint
Michel Vanlint
Bogaerdenstraat 33 / 3440 Zoutleeuw
Tel: +32(0)475 75 79 58 / Fax : +32(0)11 69 66 78
Email : michel@vanlint.be
Nedstat Basic - Gratis web site statistieken
Eigen homepage website teller